Het was op een zonovergoten dag tijdens de zomervakantie in Italië, toen Sien van der Schuiten met haar gezin een-dagje-met-de-trein-naar-de-grote-stad plande. Met haar man Peer had ze alles tot in de puntjes voorbereid. Lunchpakketjes, drinkpakjes, portemonnee en fototoestel. Treinkaartjes gekocht, al duurde dat laatste wel erg lang bij het loket. Ze zag de twee employees hoofdschuddend overleggen.
Nooit eerder reisden zij met Trenitalia. In het smalle gangpad van de trein was het een drukte van belang. Bijna alle stoelen in de coupés waren bezet. Hier en daar was er nog een plekje vrij. Terwijl het landschap voorbijraasde, besloot het gezin zich op te splitsen. Kniepertje kon wel naast de meneer met de witte hoed. Een coupé ernaast nam Peer met Kekeltje op zijn knie tussen Ma Donna en Ama Retto plaats. Peer gebaarde naar Sien dat er een coupé verder nog een plekje vrij was. Sientje schuifelde langs de mensen in het gangpad, die mooi haar plaatsje over het hoofd hadden gezien. Heerlijk, ze zat. Tussen Mister di Capriolo en Lady Granada. Ze giechelde ervan. Helemaal toen ze een jongeman voorbij zag lopen, die zich nogal schuw voortbewoog. Toen Sien alleen zijn achterkant nog zag, bleek waarom. Ter hoogte van zijn achterste ontsierde een vochtige lichtbruine vlek zijn lichtblauwe broek. Was zij even blij dat de deur van de coupé dicht zat! Ze wendde haar blik naar buiten en zag het Lombardische landschap voorbij schieten. Even observeerde ze de mensen tegenover haar. Jammer dat ze geen Italiaans sprak, dan kon ze een gesprekje aanknopen. Al leken de mensen niet in haar geïnteresseerd, maar meer in het puntje van hun Italiaanse schoen.
Abrupt werd de rust verstoord toen een donkerharige Italiaanse vrouw van middelbare leeftijd scheldend haar compartiment inschoot. Sientje keek eerst links en vervolgens naar rechts. Maar nee. De prima donna assoluta keek, schreeuwde en gebaarde naar haar.
Sien antwoordde schokschouderend: ‘Olanda’ en richtte haar handpalmen hulpeloos naar boven, zichzelf afvragend of Olanda wel de Italiaanse vertaling voor Nederlands was. La signora ontstak in een tirade.
Plots stond Peer lijkbleek voor de ingang van de coupé en gebaarde dat ze moest komen: ‘Leg het zo wel uit.’ Beschaamd verloor ze aan de razende vrouw haar moeizaam verworven zitplek en hoorde haar nog net verontwaardigd: ‘Olanda,’ met de tweede a uitgerekt, uitbrengen. Met een luide theatrale zucht plofte de Italiaanse op Siens plekje. ‘Faccia brutta!’ klonk het achter haar.
Sien hing aan Peers lippen om een verklaring: ‘De stoelen, ze zijn genummerd. Je kunt ook op stoel reserveren. En onze treinkaarten hebben geen stoelnummer.’
Een coupé verder hoorden ze opnieuw verontwaardigd geschreeuw met bijna dezelfde toonhoogte en woordkeus. Sien en Peer wisselden een veelbetekenende blik en keken halsreikend uit naar wie de bewuste coupé moest verlaten. Sien begon te proesten van het lachen. Net toen Peer, Kekeltje en Kniepertje wilden vragen waarom, zagen zij hem ook. De jongeman in de lichtblauwe broek met de natte bruine vlek.
2 Comments
zjacob
13 mei 2015 at 16:16Erg leuk en humoristisvh stukje zo echt gebeurd kunnen zijn
Janine van der Hulst-Veerman
14 mei 2015 at 13:10Dankjewel, Jacob! Wie weet 😉